Onze hele DOT
groep is blij: het is herfstvakantie, het tentamen is achter de rug en iedereen
van ons heeft het op tijd ingeleverd. Als we nu nog allemaal een voldoende
halen, hebben we de eerste ECT's van de minor binnen. Bij het maken
van dit tentamen zijn we met het concept van "Active learning" met
technologie (Pearsoned. 2011) in aanraking gekomen. Dit was een geheel
onbekende leertheorie voor ons toen we aan de Pilot opdracht begonnen.
Maar af en toe herkende ik iets wat ik al wist, daarom
heb ik de begrippen van deze leertheorie aan de opzet van onze
Pilot opdracht getoetst en was verbaasd over de uitslag:
Active
learning: ja, Het leren
handen wassen voor toekomstige doktersassistenten is voor hen een
betekenisvolle opdracht, die op een onderzoekende manier uitgevoerd is.
Constructive
learning: door de enquete
hebben de leerlingen gereflecteerd over de manier waarop de lesstof is
aangeboden, minder over het verwerken ervan.
Coöperatieve
learning: positief, ze
hebben de activiteit daarna samen in de klas geoefend.
Authentic
learning: ja zeker, een
van de meest voorkomende praktijkhandelingen voor doktersassistenten is in de
klas geoefend.
Intentional
learning: ook dit was
aanwezig: het nut en de toepasbaarheid van de lesstof was is duidelijk, door
het gebruik van technologie: de EDpuzzle, is de lesstof beter beklijft.
Hierdoor kan hij in nieuwe situaties worden toegepast ((Goals of
Technologie. z.j. blz 4).
Mijn conclusie
is dat het constructive learning misschien meer had kunnen worden uitgediept,
waardoor het active learning bevorderd had kunnen worden. Voor de rest komt
"Meaningfull learning" duidelijk in onze Pilot-opdracht naar voren.
Daarnaast ontbreekt het gebruik van technologie ook niet. Ik vind dit een
goede score voor een onderwerp waarin ieder van ons (Maslow. 1954) onbewust
onbekwaam was. In de grote projectopdracht kunnen we het meaningfull learning
bewust onbekwaam gaan toepassen, met het doel aan het einde hiervan er onbewust
bekwaam in te zijn.
Tijdens het
maken van de toets hebben we bijna al onze minor-competenties verder
ontwikkeld, behalve competentie nummer acht omdat dit een individuele opdracht
was. Een voorbeeld hiervan is het ontwikkelen van de interpersoonlijke
kwaliteiten, op coöperatief vermogen: we hebben onderling samengewerkt om de
toets te begrijpen en elkaars problemen op te lossen dmv het geven van feedback
aan elkaar. Op communicatief vermogen, hebben we met de docenten en de
leiding gecommuniceerd om de deadline te verplaatsen, waarin is
toegestemd, dit zien we als een succesvolle onderhandeling. We zijn
jullie dankbaar voor de getoonde flexibiliteit hierin. Deze competentie behoort
ook tot de 21C skills (Kennisnet. 2015).
Door de tijd die
het maken van de toets in beslag nam en de herfstvakantie is het werken
aan het Pilotproject op een lager pitje gekomen. Deze week gaan we daar
hard mee verder, zodat we een mooie Pecha Kucha presentatie kunnen geven op de
marktdag van zaterdag as. Dinsdag as zien we elkaar weer in de bieb van de HvA
om het project verder af te maken. Daarnaast moeten we ook onze reflecties gaan
schrijven, we hadden begrepen dat we hier na de herfstvakantie mee moesten
beginnen. Dit gaan we inhalen.
Annemarie
Bronnen:
Kennisnet.
(2015). Alles wat je moet weten over de 21e eeuwse vaardigheden. Geraadpleegd
op 10 - 10-2016
op: https://www.kennisnet.nl/artikel/alles-wat-je- moet-weten-over-21e-eeuwse- vaardigheden/
Maslow A.H., (1954).
Motivation and personality. New York: Harper & Brothers
Pearsoned. (2011).
Meaningful Learning with Technology – goal of technology integrations: Geraadpleegd op 23-10-2016 op: https://catalogue.pearsoned.ca/assets/hip/us/hip_us_pearsonhighered/samplechapter/01325 65587.pdf